KENIA reisverslag (1): dag 49 t/m 52
- Gemaakt op maandag 05 maart 2007 00:00
- Geschreven door Jan Eisenloeffel
Kenia is op 12 december, 1963, onafhankelijk geworden. Het land komt in oppervlakte overeen met Frankrijk, maar van de ruim 583.000km2 is 13.600km2 water: Lake Victoria. Kenia heeft ruim 35 miljoen inwoners. De hooglanden worden door de Great Rift Valley, een vruchtbaar plateau dat een van de meest succesvolle agrarische gebieden van Afrika heeft, in tweeën gedeeld. In deze hooglanden bevindt zich ook de op een na hoogste berg van Afrika, Mount Kenya (5199m). Kenia heeft een tropisch regenklimaat. Dit wordt beinvloed door de Indische Oceaan en de dichte lokatie op de evenaar. Tijdens het droge seizoen, van oktober-maart, is er niet meer te zien dan hier en daar een plukje geel gras, zodra het regenseizoen, april-september, begint is er een explosie van kleuren.
Fauna en flora in Kenia zijn zeer gevarieerd, zo zijn er meer dan 80 wilde diersoorten en over de duizend verschillende vogels. De "Big Five" zijn ook vertegenwoordigd in Kenia: leeuw, luipaard, buffel, nijlpaard en olifant.
De belangrijkste inkomstenbronnen zijn export van thee en koffie, daarnaast toerisme naar nationale parken en wildreservaten. De economische groei hapert echter al jaren en binnenlandse conflicten brachten de toeristenindustrie veel schade toe.
Donderdag 1 maart, hebben wij Ethiopië verlaten en zijn wij de grens van Kenia gepasseerd. Dit ging zonder veel moeilijkheden. Eerst drie kantoortjes aan de Ethiopische kant van de slagboom bezoeken waar, in grote boeken, dingen genoteerd worden van je paspoort en het belangrijkste, je de exit stempel in je paspoort krijgt. Als je die niet hebt en naar de Keniaanse kant gaat krijg je je visum niet en moet je terug naar de Ethiopische kant. Daar krijg je de exit stempel niet meer omdat je net uit Kenia bent gekomen! Een echte "catch 22" situatie. De slagboom door naar Kenia en daar in het immigratiekantoortje een formulier en kaart invullen, US$ 50 betalen en je hebt je visum.
2 mrt Tijdens onze eerste dag in Kenia ging de rit over relatief goede onverharde wegen en daalden wij, van start tot finish in Sololo, over 400m. Onderweg zag ik veel apen, maar het is moeilijk om deze beesten op de foto te krijgen want zij vluchten snel de boom uit waarin zij zitten. Ook zie je veel papegaaiachtige vogels op de takken van de doornstruiken zitten. De omgeving is kurkdroog maar begroeid met uit elkaar staande bomen en struiken van zo'n 3 tot 5m hoogte, zodat je er makkelijk tussendoor kan lopen. Je moet wel oppassen, want de doornen zijn lang en scherp en gaan makkelijk door de rubberzool van je schoen heen. De fietsbanden ontkomen natuurlijk niet aan deze venijnige stekels met als gevolg veel lekke banden. Gelukkig heb ik tot nu toe maar één lekke band gehad. Regelmatig onderzoek ik mijn banden nauwkeurig om de indringers op te sporen.
3-4 mrt Het moeilijke traject is begonnen, over onverharde met keien en stenen moeilijk begaanbare wegen of eigenlijk over sporen gemaakt door autos en trucks. Helaas gooien deze vierwielers ook een grote rand op tussen de sporen waar je overheen moet springen als je van baan moet veranderen. Op zaterdag (dag 50) kon ik nog voldoende snelheid behouden om dit zonder vallen te doen, maar zondag met een gierende wind tegen waardoor de snelheid aanzienlijk lager was, viel ik voortdurend. Gelukkig zonder ernstige gevolgen. We moesten 60km over deze verschrikking rijden, waarin de laatste 30km ook nog eens een hoogteverschil van 300m overwonnen moest worden naar het Marsabit Park. Net toen mijn watervoorraad begon op te raken zag ik door de zandstorm een dorpje waar ik twee flessen water en een cola kon kopen. Aangezien de omstandigheden zo slecht waren werd de lunchstop al op 40km gedaan in plaats van 50km en ook de extra drinkstop werd eerder gehouden. Jack, de tourleider, stond na 60km al klaar met water en extra energierepen. Hierna klommen wij naar het grensgebied van het Marsabit Park en gelukkig werd het wegdek aanzienlijk beter. De wind nam af en in het Marsabit zat de rit van 85km erop. Net als idereen kwam ik behoorlijk uitgeput bij de finish aan, maar na een paar colaatjes, bitterlemons en een fruitslaatje ging het weer een stuk beter. Het park ligt rond slapende vulkanen die verantwoordelijk zijn voor de afschuwlijke lavastenen waar wij overheen moesten rijden, maar is van een wilde schoonheid op 1300m hoogte.
Binnen het 1222km2 grote Marsabit National Reserve beslaat het Marsabit National Park niet meer dan 360km2. Voor de vermoeiende tocht over land wordt men in het Marsabit ruimschoots beloond. Midden in de lavawoestijn en tussen afgeslepen heuvels verheft zich de 1702m hoge Mount Marsabit als een soort groene oase. De groene kleur is een gevolg van de regenwouden die de flanken van de berg bedekken. Het Marsabit is beroemd als leefgebied van de enorme mannetjesolifanten met hun reusachtige slagtanden.
5 mrt Vandaag hebben wij een rustdag. Wij kamperen op het terrein van de Kenya Wildlife Service. Een mooie plek met grote, schaduwgevende bomen. Hier tussen staan eeuwenoude Yellowwood bomen waarin grote groepen bavianen leven, die je zowel in de bomen als op de grond heen en weer ziet springen. Afgelopen nacht werden de dieren door iets verstoord (de kampeerders?) en gingen verschrikkelijk te keer waardoor iedereen uit zijn slaap werd gehouden. Achteraf bleek het niet zo'n goed idee om je tent onder deze bomen te zetten. Het sanitaire gedrag van deze beesten laat wel iets te wensen over en zij houden er echt geen rekening mee dat er een tent onder staat. Het ene moment krijg je een waterval over de tent en het volgende moment een bombardement van uitwerpselen. De ongelukkige tenteigenaren konden vanochtend aan de schoonmaak beginnen, maar alles blinkt weer en de tenten staan te drogen. Vannacht wel in mijn tent geslapen maar samen met Chris ook nog een hotelkamer genomen (slechts $3,00 pp voor twee nachten) zodat we kunnen douchen, scheren, ontbijten, dineren etc., wel handig.
In de komende zes dagen rijden wij naar Nairobi, drie dagen over goede onverharde wegen tot Isiolo daarna krijgen wij teermacadam tot Nairobi en nog een aantal klimpartijen rond Mount Kenya.
Fauna en flora in Kenia zijn zeer gevarieerd, zo zijn er meer dan 80 wilde diersoorten en over de duizend verschillende vogels. De "Big Five" zijn ook vertegenwoordigd in Kenia: leeuw, luipaard, buffel, nijlpaard en olifant.
De belangrijkste inkomstenbronnen zijn export van thee en koffie, daarnaast toerisme naar nationale parken en wildreservaten. De economische groei hapert echter al jaren en binnenlandse conflicten brachten de toeristenindustrie veel schade toe.
Donderdag 1 maart, hebben wij Ethiopië verlaten en zijn wij de grens van Kenia gepasseerd. Dit ging zonder veel moeilijkheden. Eerst drie kantoortjes aan de Ethiopische kant van de slagboom bezoeken waar, in grote boeken, dingen genoteerd worden van je paspoort en het belangrijkste, je de exit stempel in je paspoort krijgt. Als je die niet hebt en naar de Keniaanse kant gaat krijg je je visum niet en moet je terug naar de Ethiopische kant. Daar krijg je de exit stempel niet meer omdat je net uit Kenia bent gekomen! Een echte "catch 22" situatie. De slagboom door naar Kenia en daar in het immigratiekantoortje een formulier en kaart invullen, US$ 50 betalen en je hebt je visum.
2 mrt Tijdens onze eerste dag in Kenia ging de rit over relatief goede onverharde wegen en daalden wij, van start tot finish in Sololo, over 400m. Onderweg zag ik veel apen, maar het is moeilijk om deze beesten op de foto te krijgen want zij vluchten snel de boom uit waarin zij zitten. Ook zie je veel papegaaiachtige vogels op de takken van de doornstruiken zitten. De omgeving is kurkdroog maar begroeid met uit elkaar staande bomen en struiken van zo'n 3 tot 5m hoogte, zodat je er makkelijk tussendoor kan lopen. Je moet wel oppassen, want de doornen zijn lang en scherp en gaan makkelijk door de rubberzool van je schoen heen. De fietsbanden ontkomen natuurlijk niet aan deze venijnige stekels met als gevolg veel lekke banden. Gelukkig heb ik tot nu toe maar één lekke band gehad. Regelmatig onderzoek ik mijn banden nauwkeurig om de indringers op te sporen.
3-4 mrt Het moeilijke traject is begonnen, over onverharde met keien en stenen moeilijk begaanbare wegen of eigenlijk over sporen gemaakt door autos en trucks. Helaas gooien deze vierwielers ook een grote rand op tussen de sporen waar je overheen moet springen als je van baan moet veranderen. Op zaterdag (dag 50) kon ik nog voldoende snelheid behouden om dit zonder vallen te doen, maar zondag met een gierende wind tegen waardoor de snelheid aanzienlijk lager was, viel ik voortdurend. Gelukkig zonder ernstige gevolgen. We moesten 60km over deze verschrikking rijden, waarin de laatste 30km ook nog eens een hoogteverschil van 300m overwonnen moest worden naar het Marsabit Park. Net toen mijn watervoorraad begon op te raken zag ik door de zandstorm een dorpje waar ik twee flessen water en een cola kon kopen. Aangezien de omstandigheden zo slecht waren werd de lunchstop al op 40km gedaan in plaats van 50km en ook de extra drinkstop werd eerder gehouden. Jack, de tourleider, stond na 60km al klaar met water en extra energierepen. Hierna klommen wij naar het grensgebied van het Marsabit Park en gelukkig werd het wegdek aanzienlijk beter. De wind nam af en in het Marsabit zat de rit van 85km erop. Net als idereen kwam ik behoorlijk uitgeput bij de finish aan, maar na een paar colaatjes, bitterlemons en een fruitslaatje ging het weer een stuk beter. Het park ligt rond slapende vulkanen die verantwoordelijk zijn voor de afschuwlijke lavastenen waar wij overheen moesten rijden, maar is van een wilde schoonheid op 1300m hoogte.
Binnen het 1222km2 grote Marsabit National Reserve beslaat het Marsabit National Park niet meer dan 360km2. Voor de vermoeiende tocht over land wordt men in het Marsabit ruimschoots beloond. Midden in de lavawoestijn en tussen afgeslepen heuvels verheft zich de 1702m hoge Mount Marsabit als een soort groene oase. De groene kleur is een gevolg van de regenwouden die de flanken van de berg bedekken. Het Marsabit is beroemd als leefgebied van de enorme mannetjesolifanten met hun reusachtige slagtanden.
5 mrt Vandaag hebben wij een rustdag. Wij kamperen op het terrein van de Kenya Wildlife Service. Een mooie plek met grote, schaduwgevende bomen. Hier tussen staan eeuwenoude Yellowwood bomen waarin grote groepen bavianen leven, die je zowel in de bomen als op de grond heen en weer ziet springen. Afgelopen nacht werden de dieren door iets verstoord (de kampeerders?) en gingen verschrikkelijk te keer waardoor iedereen uit zijn slaap werd gehouden. Achteraf bleek het niet zo'n goed idee om je tent onder deze bomen te zetten. Het sanitaire gedrag van deze beesten laat wel iets te wensen over en zij houden er echt geen rekening mee dat er een tent onder staat. Het ene moment krijg je een waterval over de tent en het volgende moment een bombardement van uitwerpselen. De ongelukkige tenteigenaren konden vanochtend aan de schoonmaak beginnen, maar alles blinkt weer en de tenten staan te drogen. Vannacht wel in mijn tent geslapen maar samen met Chris ook nog een hotelkamer genomen (slechts $3,00 pp voor twee nachten) zodat we kunnen douchen, scheren, ontbijten, dineren etc., wel handig.
In de komende zes dagen rijden wij naar Nairobi, drie dagen over goede onverharde wegen tot Isiolo daarna krijgen wij teermacadam tot Nairobi en nog een aantal klimpartijen rond Mount Kenya.
KENIA reisverslag (2)
AFRIKA KAMPEERLESSEN
- Gemaakt op donderdag 08 maart 2007 00:00
- Geschreven door Jan Eisenloeffel
!!!LEKKE SLAAPMAT!!!
Dag 49 Ik heb letterlijk een harde nacht achter de rug. Mijn Thermarest opblaasbare matras is zo plat als een pannekoek. Net nu we aan de "meltdown madness" sectie beginnen. Wat *#! is er gebeurd? Het wordt snel duidelijk dat de boom waaronder mijn tent in de schaduw staat de boosdoener is. Het is er één met doornen en gisteren heb ik toch de losse takken weggehaald voordat ik mijn tent opzette, de kleinere zeker over het hoofd gezien. 's Middags in het Sololo bush kamp dompel ik mijn matras onder water en overal komen kleine luchtbelletjes uit speldeknopgaatjes. Ik probeer ze te markeren, maar nog ballpoint, potlood of marker laat een merkje op het natte oppervlak achter. Na wat experimenteren vind ik een manier: het matras zo hard mogelijk opblazen, met je hand het materiaal nat maken en terwijl je het plekje weer droog veegt een kruisje op het gaatje zetten. Uiteindelijk vind ik 14 gaatjes geconcentreerd in twee groepjes. Nu eerst weer het matras laten drogen daarna wat lijm uit het reparatie kitje op de gaatjes doen en laten drogen (duurt 6 uur voordat het niet meer plakkerig is). 's Nachts loopt de matras langzaam leeg, helaas heb ik geen tijd om in de volgende twee dagen de andere gaatjes te vinden. Tijdens onze rustdag in het Marsabit zal ik ze opsporen en repareren. Nog 12 gaatjes gevonden en gelukkig zijn dat de laatsten. Mijn matras blijft opgeblazen!
Afrika kampeerles 1: zet nooit je tent onder of dichtbij een doornboom of -struik als je een opblaasbaar matras gebruikt!
!!!APENZAKEN!!!
Dag 52 Rustdag in het Marsabit. Vannacht was een extra zware nacht. Ten eerste moet mijn matras nog gemaakt worden (zie boven), ten tweede werd ik eindeloos uit mijn slaap gwekt door schreeuwende bavianen. Het leek allemaal zo mooi toen we in het Marsabit aankwamen na een vermoeiende en moeilijke tocht: het terrein van de Kenya Wildlife Service. Het kampeerterrein is goed onderhouden en mooi aangelegd. De enorme Yellowwood bomen (zonder doornen!) geven de fel begeerde schaduw om de tent in op te zetten en als extraatje een bavianen familie. Een behoorlijk groot mannetje, veel vrouwtjes, een reuze leuk kleintje en jonge baviaantjes rennen overal rond. Ons is verzekerd dat ze 's nachts slapen en rustig zijn.
De avond valt en wij zitten met een biertje, wijn en softdrinks na te praten over de dagtocht, behalve ons gepraat is het wonderbaarlijk rustig. Wij gaan niet al te laat naar onze tenten om van een welverdiende nachtrust te genieten. De apen denken daar echter anders over. Zodra wij in slaap zijn gevallen worden wij door een verschrikkelijk geschreeuw wakker gemaakt: de bavianen! Eerst geven de volwassenen een soort blaffende waarschuwing omdat ze ergens door gealarmeerd zijn, dan beginnen de jonkies te huilen omdat ze bang zijn, maar de volwassenen delen een tik uit om ze rustig te houden. Nu gillen de jonkies het uit, want dat deed pijn, dan schreeuwen de ouderen weer dat ze rustig moeten zijn. Deze ellende gaat nog een tijdje door en dan plotseling daalt de rust weder tot de volgende episode. En dit speelt zich allemaal boven onze hoofden af in die prachtige Yellowwood bomen. Apen, net als mensen, moeten ook hun behoeften doen. Wij staan op en gaan de tent uit, lopen naar de juiste plek, doen wat gedaan moet worden, en gaan weer naar de tent om verder te slapen. Apen blijven zitten waar ze zitten en laten alles naar beneden vallen, maar ja, als je er over nadenkt, dat zouden wij ook doen als we een aap waren. De gevolgen hadden wij beter kunnen overzien als wij meer van het dag/nacht gedrag van bavianen hadden geweten. Verdorrie apen, ONZE TENTEN STAAN HIER, kunnen jullie daar geen rekening meehouden!
Afrika kampeerles 2: zet nooit je tent onder, of beter nog in de omgeving van bomen waar apen hun dag en/of nacht doorbrengen!
Dag 49 Ik heb letterlijk een harde nacht achter de rug. Mijn Thermarest opblaasbare matras is zo plat als een pannekoek. Net nu we aan de "meltdown madness" sectie beginnen. Wat *#! is er gebeurd? Het wordt snel duidelijk dat de boom waaronder mijn tent in de schaduw staat de boosdoener is. Het is er één met doornen en gisteren heb ik toch de losse takken weggehaald voordat ik mijn tent opzette, de kleinere zeker over het hoofd gezien. 's Middags in het Sololo bush kamp dompel ik mijn matras onder water en overal komen kleine luchtbelletjes uit speldeknopgaatjes. Ik probeer ze te markeren, maar nog ballpoint, potlood of marker laat een merkje op het natte oppervlak achter. Na wat experimenteren vind ik een manier: het matras zo hard mogelijk opblazen, met je hand het materiaal nat maken en terwijl je het plekje weer droog veegt een kruisje op het gaatje zetten. Uiteindelijk vind ik 14 gaatjes geconcentreerd in twee groepjes. Nu eerst weer het matras laten drogen daarna wat lijm uit het reparatie kitje op de gaatjes doen en laten drogen (duurt 6 uur voordat het niet meer plakkerig is). 's Nachts loopt de matras langzaam leeg, helaas heb ik geen tijd om in de volgende twee dagen de andere gaatjes te vinden. Tijdens onze rustdag in het Marsabit zal ik ze opsporen en repareren. Nog 12 gaatjes gevonden en gelukkig zijn dat de laatsten. Mijn matras blijft opgeblazen!
Afrika kampeerles 1: zet nooit je tent onder of dichtbij een doornboom of -struik als je een opblaasbaar matras gebruikt!
!!!APENZAKEN!!!
Dag 52 Rustdag in het Marsabit. Vannacht was een extra zware nacht. Ten eerste moet mijn matras nog gemaakt worden (zie boven), ten tweede werd ik eindeloos uit mijn slaap gwekt door schreeuwende bavianen. Het leek allemaal zo mooi toen we in het Marsabit aankwamen na een vermoeiende en moeilijke tocht: het terrein van de Kenya Wildlife Service. Het kampeerterrein is goed onderhouden en mooi aangelegd. De enorme Yellowwood bomen (zonder doornen!) geven de fel begeerde schaduw om de tent in op te zetten en als extraatje een bavianen familie. Een behoorlijk groot mannetje, veel vrouwtjes, een reuze leuk kleintje en jonge baviaantjes rennen overal rond. Ons is verzekerd dat ze 's nachts slapen en rustig zijn.
De avond valt en wij zitten met een biertje, wijn en softdrinks na te praten over de dagtocht, behalve ons gepraat is het wonderbaarlijk rustig. Wij gaan niet al te laat naar onze tenten om van een welverdiende nachtrust te genieten. De apen denken daar echter anders over. Zodra wij in slaap zijn gevallen worden wij door een verschrikkelijk geschreeuw wakker gemaakt: de bavianen! Eerst geven de volwassenen een soort blaffende waarschuwing omdat ze ergens door gealarmeerd zijn, dan beginnen de jonkies te huilen omdat ze bang zijn, maar de volwassenen delen een tik uit om ze rustig te houden. Nu gillen de jonkies het uit, want dat deed pijn, dan schreeuwen de ouderen weer dat ze rustig moeten zijn. Deze ellende gaat nog een tijdje door en dan plotseling daalt de rust weder tot de volgende episode. En dit speelt zich allemaal boven onze hoofden af in die prachtige Yellowwood bomen. Apen, net als mensen, moeten ook hun behoeften doen. Wij staan op en gaan de tent uit, lopen naar de juiste plek, doen wat gedaan moet worden, en gaan weer naar de tent om verder te slapen. Apen blijven zitten waar ze zitten en laten alles naar beneden vallen, maar ja, als je er over nadenkt, dat zouden wij ook doen als we een aap waren. De gevolgen hadden wij beter kunnen overzien als wij meer van het dag/nacht gedrag van bavianen hadden geweten. Verdorrie apen, ONZE TENTEN STAAN HIER, kunnen jullie daar geen rekening meehouden!
Afrika kampeerles 2: zet nooit je tent onder, of beter nog in de omgeving van bomen waar apen hun dag en/of nacht doorbrengen!
KENIA reisverslag (3): dag 53 t/m 60
- Gemaakt op woensdag 14 maart 2007 00:00
- Geschreven door Jan Eisenloeffel
De tocht door noord Kenia, van Moyale naar Isiolo, was een ware verschrikking. In Frankrijk wordt de Paris-Roubaix wielerrace de "Hel van het Noorden" genoemd, maar dit gebied in Kenia verdient minstens deze naam. De wegen zijn in één woord afschuwelijk, temperaturen over 40 graden, een dag met orkaankracht wind van opzij en om ons nog een pleziertje te doen een zandstorm toe. Pas toen we in het Marsabit Park aankwamen werd het weer wat aangenamer, alleen moesten we hier op de schorpioenen passen.
Het is bijna niet voor te stellen, maar zelfs onder deze erbarmelijke omstandigheden zie je regelmatig mensen in het veld. Meestal hoeden zij koeien, geiten, schapen , kamelen of drijven zij hun dieren naar een drinkplaats of nieuwe graasgebieden. De mensen willen meestal niet gefotografeerd worden en reageren nogal heftig als je je camera niet snel genoeg weg doet. De vrouwen dragen kleurrijke kleding en zijn behangen met versierselen rond nek, borst, armen en enkels. Tijdens drinkpauzes wordt je direkt omringd door de vrouwen die deze spullen aan de man proberen te brengen. De mannen staan op een afstandje te kijken naar deze vreemdelingen in hun bijzondere (fiets)kleding.
mrt.7 In Laisamis kampeerden we in een wadi met een waterpomp waar de vrouwen komen om gele plastic jerrycans te vullen die zij daarna naar huis moeten sjouwen. Op een steenworp afstand van ons bushcamp staat een kostschool en met deze jonge mensen, die trouwens uitstekend Engels spreken, heb ik leuke gesprekken gevoerd over hun opleiding en toekomstplannen. Eindelijk de gelegenheid om met Kenianen te spreken.
mrt.8 In Isiolo reden wij de beschaafde wereld weer binnen. Hier konden wij yoghurtdrankjes en ijsjes kopen. Wij kampeerden ongeveer 8km buiten het stadje op de Rangeland Camping, een plek waar je al dagen van droomt: douches, toiletten, wasbakken om de was te doen, gras om de tent op te zetten, schaduwgevende bomen zonder apen en een bar met koude drankjes. Tot Nairobi zullen wij deze luxe houden.
mrt.9 De tocht van Isiolo richting Nanyuki was spectaculair. Een lange klim op Mt Kenya leverde fantastische vergezichten op met hoge pieken en rijk, met zonnebloemen en mais, begroeide hellingen.
mrt.10-11 Van Nanyuki reden wij over redelijk goede wegen via Sagana naar Nairobi. In Sagana kampeerden wij op een absoluut fantastische camping aan de Tana rivier, het "White Water Camp". Zwembad, rafting, lounge bar om maar een paar dingen te noemen.'s Avonds een barbecue met karbonaadjes en een "toga party" omdat wij de evenaar gepasseerd waren.
Bij het Blue Post Hotel begon de officiële start van ons convooi naar Nairobi, fietsers, trucks, "bakkies" en mensen staan in een rij en als de Keniaanse toeristenpolitie aankomt begint de langzame tocht richting stad. Drie uur en 45km later kwamen wij aan in Nairobi, tevens het einpunt van de "meltdown maddness" tocht.
mrt.12 Rustdag in Nairobi, maar ik heb niet veel van de stad gezien omdat de nodige taken verricht moesten worden en de wonden (opgelopen in de verschrikking van het noorden) aan mijn rechter been niet goed genezen. Mijn been is enigszins opgezwollen en moet ik, op bevel van de verpleegster, rust houden. 's Avonds waren wij uitgenodigd voor een, erg gezellig, diner bij Douglas (de blinde tandemrijder) thuis. Tijdens de lange rit naar de stad en later weer terug heb ik toch wel een indruk van de stad gekregen: smerige, armoedige sloppenwijken naast super moderne gebouwen.
In minder dan een eeuw is Nairobi uitgegroeid van een eenzaam tussenstation van de spoorwegen in de wildernis van Oost-Afrika tot een miljoenenstad. De naam van de stad, ontstaan rond een rivier, is ontleend aan de Masai-woorden enkare nyarobe, die "zoet water" betekenen. Nairobi, de grootste stad van Oost-Afrika, is niet alleen het belangrijkste industriële centrum tussen Kaapstad en Cairo, maar is als congresstad en als zetel van verschillende VN-organisaties ook van internationaal belang.
mrt.13 Onder politie begeleiding verlieten wij Nairobi en reden naar Namanga. De tocht verliep rustig met hier en daar erg grof asfalt, na de lunch werd het behoorlijk heet met temperaturen boven de 40 graden. Op deze laatste dag in Kenia werden wij verrast met een optreden van Keniaanse volksdansers verzorgt door de "Nairobi office" van de sponsor van de Belgische rijder Siegfried. Een dynamische en kleurrijke dansshow, wij hadden ons geen beter afscheid van Kenia kunnen voorstellen.
mrt.14 Geen race vandaag. Wij zijn de grens overgegaan met Tanzania en genieten van geasfalteerde wegen, koelere temperaturen en Kilimanjaro in de verte.
Het is bijna niet voor te stellen, maar zelfs onder deze erbarmelijke omstandigheden zie je regelmatig mensen in het veld. Meestal hoeden zij koeien, geiten, schapen , kamelen of drijven zij hun dieren naar een drinkplaats of nieuwe graasgebieden. De mensen willen meestal niet gefotografeerd worden en reageren nogal heftig als je je camera niet snel genoeg weg doet. De vrouwen dragen kleurrijke kleding en zijn behangen met versierselen rond nek, borst, armen en enkels. Tijdens drinkpauzes wordt je direkt omringd door de vrouwen die deze spullen aan de man proberen te brengen. De mannen staan op een afstandje te kijken naar deze vreemdelingen in hun bijzondere (fiets)kleding.
mrt.7 In Laisamis kampeerden we in een wadi met een waterpomp waar de vrouwen komen om gele plastic jerrycans te vullen die zij daarna naar huis moeten sjouwen. Op een steenworp afstand van ons bushcamp staat een kostschool en met deze jonge mensen, die trouwens uitstekend Engels spreken, heb ik leuke gesprekken gevoerd over hun opleiding en toekomstplannen. Eindelijk de gelegenheid om met Kenianen te spreken.
mrt.8 In Isiolo reden wij de beschaafde wereld weer binnen. Hier konden wij yoghurtdrankjes en ijsjes kopen. Wij kampeerden ongeveer 8km buiten het stadje op de Rangeland Camping, een plek waar je al dagen van droomt: douches, toiletten, wasbakken om de was te doen, gras om de tent op te zetten, schaduwgevende bomen zonder apen en een bar met koude drankjes. Tot Nairobi zullen wij deze luxe houden.
mrt.9 De tocht van Isiolo richting Nanyuki was spectaculair. Een lange klim op Mt Kenya leverde fantastische vergezichten op met hoge pieken en rijk, met zonnebloemen en mais, begroeide hellingen.
mrt.10-11 Van Nanyuki reden wij over redelijk goede wegen via Sagana naar Nairobi. In Sagana kampeerden wij op een absoluut fantastische camping aan de Tana rivier, het "White Water Camp". Zwembad, rafting, lounge bar om maar een paar dingen te noemen.'s Avonds een barbecue met karbonaadjes en een "toga party" omdat wij de evenaar gepasseerd waren.
Bij het Blue Post Hotel begon de officiële start van ons convooi naar Nairobi, fietsers, trucks, "bakkies" en mensen staan in een rij en als de Keniaanse toeristenpolitie aankomt begint de langzame tocht richting stad. Drie uur en 45km later kwamen wij aan in Nairobi, tevens het einpunt van de "meltdown maddness" tocht.
mrt.12 Rustdag in Nairobi, maar ik heb niet veel van de stad gezien omdat de nodige taken verricht moesten worden en de wonden (opgelopen in de verschrikking van het noorden) aan mijn rechter been niet goed genezen. Mijn been is enigszins opgezwollen en moet ik, op bevel van de verpleegster, rust houden. 's Avonds waren wij uitgenodigd voor een, erg gezellig, diner bij Douglas (de blinde tandemrijder) thuis. Tijdens de lange rit naar de stad en later weer terug heb ik toch wel een indruk van de stad gekregen: smerige, armoedige sloppenwijken naast super moderne gebouwen.
In minder dan een eeuw is Nairobi uitgegroeid van een eenzaam tussenstation van de spoorwegen in de wildernis van Oost-Afrika tot een miljoenenstad. De naam van de stad, ontstaan rond een rivier, is ontleend aan de Masai-woorden enkare nyarobe, die "zoet water" betekenen. Nairobi, de grootste stad van Oost-Afrika, is niet alleen het belangrijkste industriële centrum tussen Kaapstad en Cairo, maar is als congresstad en als zetel van verschillende VN-organisaties ook van internationaal belang.
mrt.13 Onder politie begeleiding verlieten wij Nairobi en reden naar Namanga. De tocht verliep rustig met hier en daar erg grof asfalt, na de lunch werd het behoorlijk heet met temperaturen boven de 40 graden. Op deze laatste dag in Kenia werden wij verrast met een optreden van Keniaanse volksdansers verzorgt door de "Nairobi office" van de sponsor van de Belgische rijder Siegfried. Een dynamische en kleurrijke dansshow, wij hadden ons geen beter afscheid van Kenia kunnen voorstellen.
mrt.14 Geen race vandaag. Wij zijn de grens overgegaan met Tanzania en genieten van geasfalteerde wegen, koelere temperaturen en Kilimanjaro in de verte.